Zaadplanten

1. Zaadplanten bezitten zaadknoppen, waarbij de geslachtelijke voortplanting gebeurt via zaden, die ontstaan uit bevruchte zaadknoppen.
2. Zaadplanten bestaan uit drie hoofdorganen: wortel, stengel en blad. 

Alle delen van een zaadplant zijn afgeleid te denken van wortel, stengel en blad en zijn dan in de loop van de evolutie hieruit ontstaan.

1. Zo zijn bloemdelen alle af te leiden van bladen en stengels.
2. Ranken kunnen zijn afgeleid van een blad (bladranken) of van een stengel (stengelranken).
3. Bladdoornen zijn ook afgeleid van een blad.
4. Takken zijn afgelkeid van een stengel.
5. Stengeldoornen zijn afgeleid van een tak.

Soms zijn plantendelen niet van een van een van de hoofdorganen af te leiden. Dat zijn emergenties. Een voorbeeld daarvan: De scherpe uitsteeksels die bij rozen voorkomen en ontstaan zijn uit de epidermis. Dit zijn stekels, geen doornen.

De zaadplanten verhouden zich in taxonomisch schema tot het door mij hoger beschreven niveau van de landplanten  als in nevenstaand schema dat ik heb overgenomen uit wikipedia. De kruisjes in het schema duiden er op dat van deze groepen geen exemplaren meer in de lvende natuur voorkomen.