-
2
-
Het waarom je de levensloop schrijft
Opschrift en adressering.
Het opschrift boven de levensloop en de adressering van de levensloop identificeren de levensloop en geven het kader waardoor de lezer de levensloop in één oogopslag herkent. Dit opschrift is meestal later toegevoegd. Door een adressering toe te voegen kun je als auteur verschillende versies van de levensloop maken voor verschillende doelgroepen.
Motivatie tot het schrijven van de levensloop
De motivatie voor de levensloop geeft de beweegredenen voor het schrijven.
Bezinningsvragen
- Wat brengt mij er toe om de levensloop te schrijven?
- Welke boodschap wil ik geven in de levensloop?
Uit de traditie
Lang niet iedere levensloop bevat een motivatie. De motivatie wordt vaak impliciet gegeven en zit dan verweven in de verhaallijn van de levensloop. Er zijn levenslopen waar de motivatie aan het begin gegeven wordt, maar ook op andere plaatsen in de compositie komt de motivatie voor.
Voorbeelden
- Benjamin Gottlieb Kohlmeister (1756-1844) schrijft dat hij na lang aarzelen, tenslotte gehoor geeft aan het lange aandringen van familie en vrienden om iets op te schrijven van zijn pelgrimstocht door de tijd. Hij wil dat het alleen tot eer van zijn genadevolle Heiland mag zijn. Het is in Zijn naam dat hij er aan begint nu hij 83 is.
- Carl Traugott August Freiberg (1807-1867) schrijft dat hij een fragmentarische verslag van zijn gang door het leven wil geven tot eer en glorie van zijn Heer en Heiland voor het liefdevolle geduld en de eindeloze genade die hij heeft ontvangen. Vervolgens geeft hij de directe aanleiding, namelijk een beroerte op 1 januari waardoor hij voelt dat het einde van zijn aardse leven nabij is.
- Georg Adam-Meck (1786-1862) geeft geen specifieke motivatie, maar zijn hele vertelling ademt de dankbaarheid voor de zorg die hij van de Heer heeft ontvangen.
- Heinrich Ferdinand Möschler (1800-1885) schrijft na een inleidend lied dat hij met een diepe zucht tot de Heer wil proberen om het weinige van zijn gang door de tijd op te tekenen dat voor anderen enigszins interessant zou kunnen zijn, want over bijzondere levenservaringen en tegenslagen zegt hij dat hij niets kan schrijven.
- Johann Traugott Bachman (1865-1948) schrijft dat zijn levensloop een korte samenvatting is van de gedetailleerde beschrijving van zijn gang op deze aarde die hij voor zijn kinderen maakte en beperkt zich daarbij alleen tot die zaken die op zijn innerlijke leven betrekking hebben.
- Herman Leporin (1864-1960) schrijft dat hij volgens oud hernhutter gebruik begonnen is om zijn levensloop op te schrijven. Hij begint met een dankwoord aan de Broederuniteit, voor de rijke zegen aan geestelijk goed dat hij ontvangen heeft en dat hem veel geluk heeft gebracht.
- Leberecht Kramer (1914-1971) begint met zijn belijdenistekst uit Romeinen 8:28 "ook jij zult weten dat zij die God liefhebben alle dingen tot grootste nut zijn". Vervolgens geeft hij een voorbeeld hoe deze tekst tot troost is geweest voordat hij met de beschrijving van de gang door het leven begint.
- Margaretha Kühn (1910-1993)) schrijft dat zij bij de terugblik over haar leven vervult wordt met grote dankbaarheid, maar het verafschuwt om een lange biografie te schrijven. Voordat zij aan haar levensloop begint beschrijft ze de sfeer van haar dankbaarheid alsof ze een blijspel gadeslaat over haar leven.
In deze categorie
-
Ingedeeld bij
-
Hits59 views